Op basis van een literatuurstudie en een veldbezoek wordt bepaald welke beschermde soorten verwacht worden binnen het plangebied en of er in de (directe) omgeving sprake is van beschermde natuurgebieden en/of houtopstanden. Op basis van terreinkenmerken wordt ingeschat in hoeverre de herontwikkeling eventuele negatieve effecten op deze soorten kan veroorzaken en of de toekomstige herontwikkeling mogelijk negatieve effecten kan hebben op beschermde natuurgebieden en houtopstanden. Indien relevant wordt een advies uitgebracht voor het uitvoeren van aanvullend/nader onderzoek (zoals bijvoorbeeld soortspecifiek onderzoek of een stikstofdepositieberekening).